Cartridge niet herkend

Uw spiksplinternieuwe cartridge is binnen. Maar zodra u hem in de printer stopt, wordt de cartridge niet herkend. Geen paniek: wij delen zeven handige oplossingen. Probeer ze stap voor stap uit en u print binnen de kortste keren weer documenten.

1. Negeer de waarschuwing over huismerkcartridges

Plaatst u een huismerkcartridge en krijgt u een waarschuwing over het gebruik hiervan? Dan kunt u deze melding negeren en de cartridge gewoon gebruiken. Printerfabrikanten willen het liefst dat u een cartridge gebruikt van hun eigen merk. Door een waarschuwing te geven, hopen zij dat u een duurdere merkcartridge aanschaft. Gelukkig is dit niet nodig. U kunt op ‘OK’ of ‘Doorgaan’ drukken en direct beginnen met printen.

2. Controleer of de cartridge juist is

Het kan gebeuren dat u een verkeerde cartridge heeft gekocht of ontvangen. Cartridges die niet werken met uw printer, worden niet herkend. Kijk daarom goed of het cartridgenummer klopt. Dit kunt u ook op onze site vinden:

1. Ga naar onze inktcartridges-pagina. Klik op het printermerk.
2. Klik op ‘Zoek op printer type’.
3. Zoek op het printernummer of een trefwoord en klik op uw printer.
4. U krijgt nu een volledige lijst te zien met geschikte cartridges voor deze printer.
5. Komt het nummer niet overeen met de niet-herkende cartridge? Dan heeft u het verkeerde exemplaar.
6. Vervang deze door de juiste cartridge.

3. Start de printer opnieuw op

In sommige gevallen helpt het om de printer opnieuw op te starten. Schakel de printer voor minstens 30 minuten uit door de stekker uit het stopcontact te halen. Zet de printer daarna weer aan en kijk of hij de cartridge nu wel herkent.

4. Check of het beschermmateriaal is verwijderd

Cartridges die net uit de verpakking komen, hebben vaak een beschermend stukje tape of een beschermsticker. Dit is het beschermmateriaal. Verwijder dit altijd voordat u de cartridge in de printer stopt. Wanneer het materiaal niet is verwijderd, herkent de printer het inktpatroon niet.

5. Ga na of de cartridge op de juiste plaats zit

Voor elke inktkleur (zwart, cyaan, magenta en geel) heeft de printer een specifieke plek. Controleer of u de cartridge op de juiste plek heeft geplaatst. Zwart bij zwart, cyaan bij cyaan en ga zo maar door. Een andere tactiek die werkt, is om alle cartridges eruit te halen en opnieuw in de printer te plaatsen:

6. Controleer andere (lege) cartridges

1. Schakel de printer en computer uit.
2. Haal alle cartridges uit de printer.
3. Ontkoppel de USB- en netspanningskabel.
4. Wacht enkele seconden en stop de cartridges op de juiste plekken in de printer. Als de cartridge goed vastzit, hoort u een klikgeluid.
5. Start de printer en computer opnieuw op en sluit de kabels aan.
6. Als het goed is, herkent de printer nu alle cartridges.

Andere lege cartridges kunnen ook problemen veroorzaken. Ga daarom goed na of er nog voldoende inkt in de overige cartridges zit. Is een van de andere cartridges leeg? Vervang deze dan ook door een nieuw exemplaar. Uw lege cartridges kunt u vervolgens recyclen via ons cartridge recycleprogramma. Bekijk of uw cartridges hiervoor in aanmerking komen en hoe het recyclen werkt.

7. Check de contactpunten van de cartridge

Cartridges hebben vaak een printkop met koperen contactpunten of een chip. Het kan zijn dat deze contactpunten of de chip vervuild zijn geraakt. Hierdoor kan de cartridge geen contact maken met de printer. Controleer of er vuil op de contactpunten zit en verwijder dit indien nodig:

1. Pak de cartridge vast bij de printkop of de chip.
2. Maak met een schone, droge schoonmaakdoek de contactpunten of de chip voorzichtig schoon.
3. Stop de cartridge in de printer en kijk of deze nu wel contact met elkaar maken.

Let op: het schoonmaken is op eigen risico en kan mogelijk schade veroorzaken.

Veelgestelde vragen